Herstel na een heupprothese operatie

Heeft u een heupprothese operatie gehad in verband met slijtage? Hieronder laten wij u een aantal oefeningen zien die u na de operatie kan doen voor een goed herstel. Wij adviseren u te gaan lopen na de operatie, losse oefeningen schrijven we niet voor.

Rustig starten

De eerste zes weken is het belangrijk dat u rustig aan doet. Door teveel inspanning kunt u de heup overbelasten, u merkt dit in de derde of vierde week. Het totale herstel duurt tot een jaar, in die tijd gaat u de belasting langzaam opbouwen. Merkt u dat er zwelling, roodheid of warmte ontstaat en neemt dit niet af? Dan moet u de inspanningen verminderen.

Verbeteren looppatroon

Vaak zien we dat het looppatroon voorafgaand aan de operatie afwijkend is. Het is belangrijk dat u na de operatie weer netjes leert lopen en daarom ligt de nadruk de eerste zes weken op het verbeteren van het looppatroon. U kunt het beste beginnen met regelmatig korte stukjes en dit rustig uitbreiden. Eventueel kunt u op de hometrainer oefenen, maar dan niet tegen weerstand en met het zadel hoog. Op het moment dat u het gevoel hebt dat u veilig kunt fietsen, mag dat.

Therapeutische begeleiding

U heeft van ons een protocol ontvangen, hierin vindt u alles over de vervolgtherapie. Heeft u geen vaste (fysio)therapeut? Kijk dan in onze praktijkzoeker voor een therapeut die bij Orthoparc is aangesloten. Zij zijn bekend met onze operaties en revalidatietrajecten. Wij adviseren u om de eerste therapeutische behandeling minimaal vier dagen na de operatie te starten.

Kruklopen

Er worden twee manieren van krukkenlopen onderscheiden: de driepuntpas en de vierpuntpas. Beide technieken vindt u in de onderstaande filmpjes. Bij een driepuntpas staat het geopereerde been altijd tussen twee krukken. U zet dus het geopereerde been tegelijk met twee krukken naar voren en het niet-geopereerde been onafhankelijk van de krukken naar voren.
Bij de vierpuntpas is de steun diagonaal. Dit betekent dat het linkerbeen tegelijk met de rechter kruk vooruitgezet wordt en het rechterbeen tegelijk met de linker kruk. Beide technieken mag u gebruiken.

Traplopen

Voor traplopen met krukken gaat u als volgt te werk. U gebruikt een bijstap-techniek; tree voor tree. U gebruikt aan de ene kant de trapleuning, in de andere hand houdt u de krukken in de hand. De trap op gebruikt u eerst het goede, niet geopereerde been. De trap naar beneden gebruikt u eerst het geopereerde been.
Het traplopen kunt u langzaam uitbreiden totdat u weer gewoon om en om de trap op kunt.

Fases

In ons protocol hanteren we de onderstaande fases.