Schouderklachten

De schouder is een complex gewricht. Een goed functionerende schouder heeft een optimale combinatie van stabiliteit en mobiliteit. Het schoudergewricht bestaat uit de bovenarm (Humerus), het sleutelbeen (Clavicula), het schouderblad (Scapula) en het schouderbladdak (Acromion). Het echte contactvlak in het schoudergewricht zit tussen de bovenarm en het schouderblad. Bij een versleten schouder, ook wel artrose in de schouder genoemd, slijt het kraakbeen in het gewricht. Hierdoor bewegen de botten niet meer soepel langs elkaar.

Slijtage kan ontstaan door ouderdom, een ontsteking of na een botbreuk of bandschade. Ook te zware belasting en verkeerd bewegen kan leiden tot artrose.

Bij beginnende schouderslijtage is een behandeling bij een oefen- of fysiotherapeut de beste optie. Uw klachten kunnen nog verholpen door middel van bijvoorbeeld een beweegprogramma. Hiervoor kunt u terecht bij een therapeut die is aangesloten bij ons revalidatienetwerk.

Ook is behandeling met pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen of door een injectie met corticosteroïden een mogelijke optie. Wanneer dit alles niet het gewenste resultaat oplevert, kan besloten worden om te opereren.

Rond uw schoudergewricht zit een groep van 4 spieren die samen een manchet vormen. Dit wordt ook wel de Rotator cuff genoemd. Deze naam komt doordat deze spieren vooral draaiende bewegingen van de arm maken. Naast draaiende bewegingen maakt de Rotator cuff ook bovenhandse bewegingen van de arm.

Het komt voor dat de spieren van het bot afscheuren. In dat geval laat de pees los van het bot. Dit gebeurt meestal door een ongeval, bijvoorbeeld een val. Fysio- of oefentherapie kan dan helpen. De behandeling zal vooral gericht zijn op het versterken van de nog goed werkende spieren, die de functie van de afgescheurde spier kunnen overnemen. Bij jonge mensen kan de spier weer terug gehecht worden aan het bot. Bij oudere mensen, boven de 60 jaar, heeft dit geen zin. De pees is dan vaak al van onvoldoende kwaliteit (degeneratief) om de hechting goed aan te kunnen.

Wanneer het niet is gelukt om door middel van fysio- of oefentherapie de klachten te verminderen of dat uw schouder cruciaal is in uw werk of sport, kan besloten worden te opereren. De pezen van de afgescheurde spieren worden dan weer terug gehecht aan het bot. Hierdoor kan de eerder afgescheurde spier zijn werk weer doen. Na de operatie zal er wel een maandenlange revalidatieperiode volgen. Hier leest u meer over de operatieve behandeling.

Het Labrum is een kraakbeenring in het schoudergewricht, die de kom van het schoudergewricht verdiept. Dit brengt meer (passieve) stabiliteit met zich mee in het schoudergewricht. Een labrum kan kapot gaan door bijvoorbeeld een val. Hierdoor kan de schouder in één keer uit de kom schieten, wat schade aan het labrum tot gevolg kan hebben. Hierdoor is er minder stabiliteit aanwezig in het schoudergewricht. Dit heeft tot gevolg dat de schouder steeds vaker uit de kom kan gaan.

Wanneer fysio- of oefentherapie onvoldoende heeft geholpen de klachten te verminderen, kan er overgegaan worden tot operatieve behandeling. Hierbij wordt het labrum met ankers vastgezet in het bot. Hierdoor krijgt de schouder op termijn weer meer stabiliteit vanuit de passieve structuren in de schouder. In sommige gevallen is het niet meer mogelijk om het labrum te fixeren. Er kan dan worden besloten het labrum te verwijderen (resectie). Hierdoor kan het labrum niet meer in het gewricht klem komen te zitten en zullen pijnklachten voorbij zijn. Hier leest u meer over de operatieve behandeling.

Het kan zijn dat bovenstaande problemen (mede) worden veroorzaakt door een onjuiste anatomie van het schoudergewricht. Te denken valt aan een te kleine ruimte tussen de bovenarm (Humerus) en het schouderdak (Acromion). Hierdoor hebben de schouderpezen onvoldoende ruimte. Ook dit kan met een operatie verholpen worden. De voor- en onderrand van het acromion wordt dan verwijderd. Dit wordt een Neerplastiek genoemd.

Ook is het mogelijk dat de te kleine ruimte tussen de bovenarm en het schouderdak ervoor zorgt dat pezen geïrriteerd raken. Wanneer dit lange tijd duurt, kan er kalk ontstaan in de pezen (calcificatie). Het kalk in de pezen zal zorgen voor meer pijn tijdens bewegen. Met een operatie is het mogelijk dit kalk te verwijderen (nettoyage), zodat het kalk het peesweefsel niet meer kan irriteren.

Een combinatie van bovenstaande problemen kan bestaan. Er zullen dan in één kijkoperatie meerdere ingrepen in één keer worden uitgevoerd.